Financieel kader

Financiële uitgangspunten

Indexatie.

  • Jaar 2023 is geïndexeerd conform de indexatiecijfers gepubliceerd in de mei-circulaire 2022, voor de loonkosten is de mei-circulaire 2022 tevens het uitgangspunt. Voor de jaren 2024 tot en met 2026 is rekening gehouden met de indexatiecijfers die in de mei-circulaire 2022 bekend zijn gemaakt. Onderstaande indexatiepercentages zijn verwerkt in de begroting

Jaar

Index loonkosten obv loonvoet sector overheid

Index bbp overig

2023

3,0%

3,0%

2024

3,0%

3,0%

2025

3,0%

3,0%

2026

3,0%

3,0%

Algemene uitkering.

  • De mei-circulaire 2022 is voor de programmabegroting het uitgangspunt voor de berekening van de algemene uitkering.

OZB, heffingen en tarieven.

Huren.

  • De huren van welzijn-, sport- en overige accommodaties worden voor de periode 2022-2025 verhoogd met de in de huurovereenkomsten opgenomen indexering.
  • Uitgangspunt is dat altijd geïndexeerd wordt, tenzij anders overeengekomen. Voor nieuwe huurovereenkomsten en voor huurovereenkomsten die aflopen geldt het uitgangspunt dat indexering wordt toegepast op basis van de consumentenprijsindex van het CBS.
  • Na het einde van de huurtermijn zal gekeken worden naar de herziening van de huurvoorwaarden, waaronder de huurprijs (op basis van hertaxatie).

Interne rente/ renteresultaat.

  • Het omslagrentepercentage is 5%, voor de grondexploitaties wordt gerekend met 3,3%. Het gewogen gemiddelde rentepercentage over de langlopende leningen is circa 4,5%.

Kapitaallasten.

  • De kapitaallasten zijn bijgesteld. Dit betekent dat rekening is gehouden met verwachte investeringen en bijgestelde projectramingen.

Algemene reserve.

  • De reserve vast eigen vermogen ad €5,1 mln blijft gehandhaafd.
  • Zie voor de omvang van de algemene reserve de tabel in reserves en voorzieningen  
Deze pagina is gebouwd op 11/12/2022 11:33:58 met de export van 11/12/2022 11:19:49